dinsdag, mei 23, 2006

DE GEOPOLITIEK IS TERUG door mr. drs. C. HOMAN in ARMEX, nr. 2, 2006.

In 2001 verscheen van de hand van de Amerikaan Michael Klare een boek onder de pakkende titel Resource Wars, The New Landscape of Global Conflict. Klare beschrijft hierin hoe de groeiende vraag naar strategische grondstoffen zoals olie, gas en mineralen, maar ook naar water, de nieuwe geopolitieke agenda bepalen. Zo heeft Rusland door de gastoevoer naar Oekraïne eerder dit jaar tijdelijk of te sluiten, duidelijk gemaakt dot energie een machtsmiddel is. Europa raakte hierdoor met een schok bewust van zijn afhankelijkheid van energie uit Rusland. Ons werelddeel raakt namelijk door zijn olie- en gasvoorraden heen en haalt nu al veertig procent van zijn gas van buiten, waarvan ruim de helft uit Rusland komt. Voor olie is het nog erger.

Verslaving

Ook de Verenigde Staten maken zich zorgen. President Bush roerde in zijn State of the Union in februari jl. ook de energievoorziening aan. "Amerika", zei hij, "is verslaafd aan olie". Olie maakt voor 39 procent deel uit van de energievoorziening in dit land. Volgens Bush is de beste manier om die verslaving te lijf te gaan door middel van technologie. De oproep van de president aan de autoindustrie en de consument om de koers te verleggen komt waarschijnlijk jaren te laat. De olieverslaving is zo ver gevorderd dat afkicken veel pijn gaat doen.

Maar inmiddels manifesteren China, India en andere snel groeiende Aziatische landen zich ook op het wereld-energietoneel. Vooral China's groeiende economie en snelle verstedelijking hebben de vraag naar olie en gas explosief doen groeien. China is inmiddels de tweede grootste importeur van olie. In 2004 nam China van de groei in de mondiale vraag naar olie, 31 procent voor zijn rekening. China haalt zijn energiebronnen uit vele landen verspreid over de wereld, van Azië tot Afrika en van het Midden-Oosten tot Zuid-Amerika. Het sluit daarbij overeenkomsten af met landen als Soedan, Iran, Angola, de Republiek Congo en Venezuela. China kweekt bij deze landen de nodige goodwill, door de bilaterale handel te versterken, hulp te verlenen, de nationale schuld kwijt te schelden en te helpen met het bouwen van wegen. Anders dan het Westen, dat bet beginsel van de vrije markt huldigt, wil
Beijing met zijn oliemercantilisme zoveel mogelijk zelf controle over de buitenlandse bronnen verwerven. In de Verenigde Staten wordt dit veelal gezien als een bedreiging van de Amerikaanse strategische veiligheid op het gebied van energie. Die angst werd afgelopen zomer geïllustreerd door het felle verzet tegen bet bod van de Chinese nationale oliemaatschappij CNOOC (China National Offshore Oil Corporation) op het over te nemen Unocal, een kleine Amerikaanse oliemaatschappij.
Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden nam met overgrote meerderheid een motie aan waarin werd verklaard dat de overname 'de veiligheid van de Verenigde Staten dreigde te schaden', waarop de Chinezen hun bod introkken.

Nederland

Meer dan vijfentwintig jaar geleden noemde het toenmalige Nederlands Instituut voor
Vredesvraagstukken in een rapport aan de minister van Buitenlandse Zaken als derde van de drie vitale veiligheidsbelangen van Nederland: "Bescherming van de toevoer van grondstoffen die voor een geïndustrialiseerd land noodzakelijk geacht moet worden". Met die constatering is toen niet veel gedaan. Nu lidstaten van de EU - dus ook Nederland - steeds afhankelijker worden van importen van gas en olie komt daar verandering in. Op verzoek van de ministers van Buitenlandse en Economische Zaken hebben de Algemene Energieraad en de Adviesraad Internationale Vraagstukken een
gezamenlijk advies uitgebracht over de energievoorziening. Het advies "Energiek Buitenlands Beleid, Energievoorzieningszekerheid als Nieuwe Hoofddoelstelling" dat in december j.l, verscheen, bepleit dat de bevordering van energievoorzieningszekerheid een aparte, nieuwe hoofddoelstelling moet worden van het Nederlands buitenlands beleid. Het staat daarbij een 'en-en'-beleid voor, d.w.z. een primaire inzet op de totstandkoming van een extern (gemeenschappelijk) Europees energiebeleid, zonder een bilateraal beleid te verwaarlozen.
Het advies constateert onder meer, dat de aan- en afvoerroutes van energie open en veilig moeten zijn. Dit geldt zowel voor de routes over zee als over land. Deze laatste betreffen voornamelijk de pijpleidingen. Voor beide soorten routes geldt dat terroristische aanslagen tot de reële mogelijkheden behoren.

Bescherming

Zo blijken de laatste jaren zeeroof en terrorisme in toenemende mate elkaar te overlappen. In tegenstelling tot zeerovers, die uitsluitend op financieel gewin uit zijn, manifesteren zich nu ook zeerovers die als maritieme terroristen vooral door ideologische motieven gedreven zijn en over een brede politieke agenda beschikken. Zo werd de Franse olietanker 'Limburg' bij Jemen in oktober 2002 getroffen door een aanslag van al-Qaeda met een met explosieven geladen boot. De combinatie van zeeroof en terrorisme kan bijzonder gevaarlijk zijn voor de energiemarkten: de meeste olie en gas in de wereld wordt verscheept over de meest door zeerovers geplaagde wateren, zoals de beruchte Straat van Malakka. De grootste vrees is dat een terroristisch zelfmoordteam een schip geladen met explosief materiaal zal kapen, het in een haven of vitale scheepsroute laat binnenvaren en het daar laat exploderen met alle rampzalige gevolgen van dien. Zestig procent van de wereldolie wordt verscheept door ongeveer vierduizend tankers. Deze tankers hebben weinig bescherming. Een voor Defensie belangrijke aanbeveling in het advies is dan ook, dat Nederland zo nodig bereid moet zijn een bijdrage te leveren aan de militaire bescherming van internationale transportroutes. Zo zou Nederland zich reeds nu bereid moeten verklaren hieraan indien nodig een bijdrage te leveren, indien een dergelijke operatie door een uitdrukkelijk internationaal mandaat gelegitimeerd zou zijn. Het advies meent dat ter voorbereiding daarop het vraagstuk ook nadrukkelijker de aandacht zou moeten krijgen van de NAVO. Terugkerend naar het in het begin genoemde boek rijst de vraag: kan de jacht op schaarse strategische grondstoffen leiden tot oorlog tussen staten? Anders dan de titel van zijn boek doet vermoeden, komt Klare tot de conclusie dat de economische voordelen van onderhandelen en samenwerken, de kosten van een oorlog verre overtreffen. In de woorden van zijn collega Richard Rosecrance: trading, not invading.

2 Comments:

At 4:04 p.m., Anonymous Anoniem said...

Vet relax ik maak een PO over dit onderwerp dus kon ik deze bron wel gebruiken

 
At 11:48 a.m., Anonymous Anoniem said...

Very best site. Keep working. Will return in the near future.
»

 

Een reactie posten

<< Home